Samenwerken met Christus-natuurwezens
Een nieuwe taak voor de mens
Lieke Schwaiger-Dijkstra
In oude tijden was er een natuurlijke verbinding tussen de mens en de geesten van de natuur. Overleveringen daarvan vinden we terug in legenden en sprookjes. Het was Rudolf Steiner die met de wetenschappen van de geest, kennis van de natuurwezens weer in de openbaarheid heeft gebracht. Deze kennis onthult ons dat de wereld van de natuurwezens immens groot is en uit ontelbaar verschillende soorten wezens – die elk een eigen opgave vervullen – bestaat. Alleen met een gedegen kennis van deze geestelijke wezens kunnen we het sprookjesimago, wat altijd nog op deze wereld rust, doorbreken.
Er is inmiddels al geruime tijd belangstelling voor natuurwezens. Vragen die vaak gesteld worden zijn: Hoe kan ik contact opnemen met natuurwezens? Of, hoe kan ik leren natuurwezens waar te nemen? Gelukkig is het niet nodig eerst helderziende te worden alvorens contact met natuurwezens te hebben. Zeker, er zijn mensen die ze helderziende waarnemen en zelfs met ze spreken. Dat is ook goed zo, omdat deze mensen ons meer bekend en vertrouwd hebben gemaakt met deze wereld vol scheppende wezens. Ze hebben daarmee het ‘onbespreekbare’ wat lange tijd op dit thema rustte doorbroken. Maar ook een helderziende/heldervoelende moet leren begrijpen wat hij ziet en voelt. Daarmee zijn we in een nieuwe fase gekomen. Een ontwikkeling waarin kennis van deze geestelijke wezens steeds belangrijker wordt. 1
De wereld van natuurwezens in negen kenmerkende punten samengevat:
1 Natuurwezens zijn de werkers voor de schepping. Ze zijn de uitvoerende scheppingskrachten. Ze worden daarom ook wel de handen van de engelen genoemd.
2 Zij zijn bemiddelaars tussen hemel en aarde. Ze onderhouden met hun energieën een levende verbinding tussen de geestelijke wereld en de aarde.
3 Natuurwezens werken met hun scheppingskracht in het etherische veld van de vier elementen van Moeder Aarde: aarde- water- lucht- en vuur. En omdat ze met de etherkrachten van deze vier elementen werken worden ze ook wel elementaire wezens genoemd.
4 Met hun energieën zorgen zij voor evenwicht en harmonie in alle groei en scheppingsprocessen. Of dat nu in de etherwereld is van een natuurlandschap, van ons eigen menselijke lichaam, het huis waarin we wonen of zelfs de auto waarin we rijden.
5 Hun wereld bestaat uit hiërarchieën, waarin hoger opgeleide en oudere natuurwezens zorgdragen voor de minder ontwikkelde en jonge natuurwezens. Voor elke taak en elk vakgebied is er in de elementaire wereld een deskundig wezen te vinden.
6 Ooit hebben de engelenhiërarchieën een deel van hun wezen afgesplitst waaruit de hierarchieën van de natuurwezens zijn ontstaan. Tot de huidige tijd waren dan ook de engelen verantwoordelijk voor het werk van de natuurwezens. Deze engelen trekken zich nu langzaam terug om aan een eigen hogere ontwikkelingsfase te beginnen. Hun taak, het begeleiden en aansturen van natuurwezens, schuift nu geleidelijk door naar de mens.
7 Er zijn ook wezens die de mens zelf schept. Zij ontstaan uit de mentaliteit van de mens en worden daarom elementalen genoemd. De mentaliteit van de mens bestaat uit zijn zielenkwaliteiten – ook wel de instrumenten van de ziel genoemd ¬– het denken, voelen en willen. Elementalen dragen alles wat uit de ziel van de mens tevoorschijn komt de etherische wereld in.
8 Aartsengel Michaël heeft vanaf 1879 voor 350 jaar de leiding over de ontwikkeling op Aarde. Met zijn energieën spoort hij de mensheid aan om hoofd en hart met elkaar te verbinden om van het aardse materialistische denken te groeien naar een geestelijk denken. Door deze ontwikkeling krijgt de mens een steeds grotere verbinding met de geestelijke wereld en wordt een bewustere samenwerking met deze wereld mogelijk.
9 Op 19 september 1911 spreekt Rudolf Steiner in Locarno over de verschijning van de Christus in de etherische wereld. De sluier tussen de geestelijke wereld en die van de materie wordt steeds dunner, waardoor een natuurlijke vorm van helderzien en heldervoelen voor de mens mogelijk wordt. Ook – zo vertelt hij – zullen in de natuur tegen het einde van de 20ste eeuw een geheel nieuwe soort van natuurwezens tevoorschijn treden. Zij zullen als dienaren van Christus hun werk doen. En precies zo is het gebeurd. Vanaf 1996 zijn de eerste Christus-natuurwezens in de etherische wereld waargenomen.
De komst van Christus-natuurwezens
Rond het jaar 2000 gebeurde er iets opmerkelijks. We zagen een verandering in de atmosfeer. De kleuren in de luchten werden veel intensiever en soms van dusdanige schoonheid dat wij ons verwonderden. Het raakte ons en voelde als iets nieuws wat ons tegemoet stroomde. Het maakte iets – we wisten (nog) niet wat – in ons wakker wat we graag wilden begrijpen. Nu achteraf weten we, dat deze veranderingen in de lucht, de komst van Christus-natuurwezens hebben aangekondigd. En ook realiseerden wij ons dat er sinds die tijd, dus vanaf het jaar 2000 veel meer mensen – net als wijzelf trouwens – belangstelling kregen voor de natuurwezens.
Hoe Christus-natuurwezens ontstaan
Moeder Aarde is in de grote overgangstijd van haar bestaan gekomen. Zij wil vergeestelijken en haar fysieke lichaam sterft langzaam af. Uit dit proces van afsterven staan nieuwe geestelijke wezens op, de Christus-natuurwezens. Zij komen tevoorschijn om als dienaren van Christus het etherische lichaam/het levenslichaam van Moeder Aarde te helpen zuiveren. Dit kunnen zij echter alleen in samenwerking met de mens. (Zie punt 6)
Ahrimanische-zwermen
Door de op de materie gerichte mensheid – die geen gevoel heeft voor het geestelijke – ontstaan in de etherwereld grote zwermen Ahrimanische wezens. Zij vormen met hun verstarrende energieën een bedreiging voor de levensenergie van Moeder Aarde. (Zie punt 7)
Christus-natuurwezens daarentegen verschijnen daar waar mensen met liefde en zorgzaamheid voor Moeder Aarde in het leven staan. Overal waar deze wezens verschijnen, verdwijnen Ahrimanische wezens. Zij lossen als het ware op omdat ze de liefde van deze dienaren van Christus, niet kunnen verdragen.
Een nieuwe taak voor de mens Bij het gaan van de moderne inwijdingsweg 2 leren we steeds meer vertrouwen op impulsen uit de geestelijke wereld. We bereiden ons voor op een nieuwe ontwikkeling waarvan het begeleiden en aansturen van natuurgeesten één van de nieuwe taken voor de mens is. (Zie punt 6 en 8)
Hoe kunnen we ons hierop voorbereiden:
- Studie over het leven en werk van natuurgeesten, waardoor we beseffen dat deze wereld echt bestaat en geen sprookje is. Dit besef geeft ons de nodige aardekracht om niet in een sfeer van zweverigheid terecht te komen.
- Werken aan onszelf door onze gedachten te zuiveren en onze emoties en wilskrachten in zuivere banen te leiden. (Zie punt 7) - Onthaasten, zodat er rust ontstaat om de dingen die je moet doen met zorg en aandacht te kunnen uitvoeren.
- Regelmatig de natuur in gaan, want elk mens die zich verwondert over de schoonheid in de natuur wordt gevoeliger voor impulsen uit de geestelijke wereld.
- Studie, enthousiasme, verwondering en zorgzaamheid zijn de belangrijkste ingrediënten om Christus-natuurwezens aan te trekken.
Het bovengenoemde lukt waarschijnlijk lang niet altijd, maar dat is niet van groot gewicht. We zijn mensen in ontwikkeling en geestelijke wezens voelen onze goede intenties aan, en dat is alles wat telt.
Zaad voor de toekomst
Alles wat de mens in samenwerking met geestelijke wezens laat groeien/ bloeien en in harmonie brengt, is een zegen voor Moeder Aarde. (Zie punt 4) Biodynamische producten gebruiken – te herkennen aan het oranje label met de naam Demeter – is ook zo´n zegen. We ondersteunen daarbij de énige landbouwmethode waarbij alles in samenwerking met de geestelijke wezens van de aarde en de sterren en planeten wordt verbouwd.3 De mens die nu leeft en kennis van de natuurgeesten als een realiteit en innerlijk besef in zijn hart draagt, voelt steeds meer verbinding met deze geestelijke wezens. Dit is het zaad waaruit krachten geboren worden voor een nieuwe ontwikkeling.
Voetnoten
1 Rudolf Steiner: Natuurwezens, Uitgeverij Christofoor 2 Hans Stolp: De geboorte van Christus in ons, een moderne inwijdingsweg 3 Maria Thun heeft met de kennis van Rudolf Steiner de biodynamische landbouw verder tot ontwikkeling gebracht. Zie ook haar jaarlijkse `zaaikalender`
Meer over natuurwezens in ons boek: Leven met natuurwezens. Uitgeverij Nearchus.