Esoterisch christendom deel 3
 
Rudolf Steiner heeft ons een uitzonderlijk grote erfenis aan kennis van de geestelijke wereld nagelaten. Nemen wij deze kennis met ons hart in ons wezen op, krijgen we een steeds vollediger beeld van ons geestelijk verleden en toekomst.
Rudolf Steiner noemt dit beeldvermogen, het imaginatie vermogen. Door het ontwikkelen/beoefenen van dit imaginatieve voorstellingsvermogen – wat we door studie kunnen doen – worden we aan onze geestelijke oorsprong herinnerd. Dit (geestelijk) herinneren vormt de basis/de grond waarop we stevig op aarde kunnen staan.
 
 
                       Het zevenjarige ritme in ons leven
          en de zeven planetaire fases waaruit we zijn ontstaan
 
 Bij elke nieuwe aarde-incarnatie doorlopen we een herhaling van de algehele mensheidsontwikkeling. In een ritme van zeven jaar ontvouwen zich tussen geboorte en sterven, zeven verschillende geestelijke lichamen die de mens nodig heeft om zich verder te kunnen ontwikkelen, zoals dit in het goddelijk plan is voorbestemd.
In oude tijden werd deze stapsgewijze ontvouwing door de aanwezigheid van natuurlijke ontwikkelingskrachten vanuit de geestelijke wereld gewaarborgd. Deze krachten nemen in onze tijd af en nu moeten we – versterkt door het streven naar geestelijk bewustzijn – deze ontwikkeling steeds meer zelf in de hand nemen.
 
Als eerste stap worden we als individueel wezen in een fysiek lichaam geboren. In de loop van ons leven ontvouwen/ontwikkelen we in een zevenjarig ritme andere/hogere wezensdelen.
Het onderstaande schema laat de groei van deze geestelijke lichamen zien.
 
 0 – 7   jaar      Fysiek lichaam
 7 – 14 jaar      Etherisch lichaam
14 – 21 jaar     Astrale lichaam
21 – 28 jaar     Gewaarwordingsziel 
28 – 35 jaar     Verstand of gemoedsziel – ik
35 – 42 jaar     Bewustzijnsziel
42 – 49 jaar     Geestzelf      
49 – 56 jaar     Levensgeest       
56 – 63 jaar     Geestmens      
 
(De drie hogere wezensdelen zijn vanaf het 42e tot het 63e levensjaar in de kiem aanwezig. Zij geven ons de mogelijkheid verder te groeien op de inwijdingsweg.)
 
Zoals boven beschreven vindt bij elke nieuwe incarnatie, een herhaling van deze kosmische ontwikkeling in een zevenjarig ritme plaats. Deze kosmische ontwikkeling bestaat uit zeven planetaire ontwikkelingsfasen van mens en moeder Aarde.
De verschillende planeten – die allen uit hoge geestelijke wezens bestaan – hebben ons stapsgewijs van steeds hogere wezensdelen voorzien*. Op elk planetaire fase, zie als volgt, ontwikkelde zich één deel van de zeven wezensdelen van de mens.
 
1 Oude Saturnus – fysieke lichaam
2 Oude zon.         – etherisch lichaam
3 Oude maan      ­– astraallichaam
4 Aarde                 – gewaarwordingsziel /verstands- of gemoedsziel   /bewustzijnsziel 
5 Jupiter                – geestzelf
6 Venus                 ­– levensgeest
7 Vulcanus.           – geestmens
 
Hieronder volgt een korte omschrijving van de ontwikkeling van deze zeven planetaire fases waarin we ons individuele aardeleven in haar eveneens zevenjarig ritme kunnen herkennen.
 
1 Fysieke lichaam
Op de oude Saturnus werd de basis gelegd voor het fysieke lichaam. Deze ontstond uit (geestelijke) warmte. Uit deze warmte begonnen onze zintuigen te ontkiemen.
We kunnen naar de oude Saturnus kijken – als een geestelijk wezen bestaande uit louter zintuigelijke organen –.
In vier achtereenvolgende ontwikkelingsfasen nam deze warmte – de kiem van ons fysieke lichaam – een steeds dichtere/vastere vorm aan.  Zo werd het op de oude Zon gasvormig, op de oude Maan werd het tot een vloeibaar element verdicht om uiteindelijk gedurende onze aarde ontwikkeling de vaste vorm aan te nemen zoals wij die nu kennen. Vanwege haar lange evolutieweg heeft ons huidige fysieke lichaam een zeer hoge graad van volmaaktheid bereikt. Het is daarmee het oudste deel van de mensheid dat in de loop van de tijd de meeste veranderingen heeft ondergaan. Als je kijkt naar de ontwikkeling van een pasgeborene, vanaf de conceptie tot aan het 7e jaar, dan is er een – ­ aan een wonder grenzende groei en ontwikkelingskracht – waar te nemen. In de ogen van een pasgeboren baby kunnen we een uitstraling van de geestelijke wereld herkennen, die het kind tot het 7e jaar begeleidt. Na het 7e jaar ontwikkelt zich een eigen levenslichaam, het etherisch lichaam.
 
2 Het etherisch lichaam
Het etherisch lichaam werd op de oude Zon geschapen. Uit het licht van de zon werd
dit lichaam tot licht-etherkrachten samengeweven. Onvolkomen maar in de kiem aanwezig ontstonden hier ook de endocriene klieren.
Op de oude Maan werden klank-etherkrachten gevormd. En gedurende de evolutie van de Aarde ontstond de levens-etherkracht.
 
3 Het astraallichaam
Op de oude Maan werd het astraallichaam (de ziel) van de mensen gevormd, die vanwege zijn relatief korte ontwikkelingstijd weinig uitrijpen kon en daarom nog veel onbeteugelde emoties bevat. Op de oude Maan is de oorsprong van onze zenuworganen te vinden.
 
Met deze drie bovenstaande wezensdelen – het fysieke-, het ether- en het astraallichaam – ging de ontwikkeling van de mens op de planetaire fase Aarde verder. Zouden er geen nieuwe impulsen van de planeten zoals we die nu kennen als Mars en Mercurius bijgekomen zijn, dan had alleen de gewaarwordingsziel, (de eerste omvorming in de ziel) zich als verfijning in ons astraallichaam (onze ziel) kunnen ontwikkelen.
 
4 Ons individuele Ik 
Op de planetaire fase Aarde ontstond in beginsel ons individuele Ik.
Om inzicht in deze ontwikkeling te krijgen is het nodig te weten dat deze zich in tweeën opdeelt. Dit heeft te maken met de impulsen van de planeten Mars en Mercurius (zie hier boven) als volgt:
 
Toen de Aarde nog in de astrale toestand was (oude Maan), werd ze met de etherkrachten van Mars doordrongen. Deze etherische Marskrachten brachten het ijzer op de Aarde dat in het bloed van de mens werd opgenomen. Dit was de beslissende impuls, die tot vorming van de verstandsziel leidde. Deze ontwikkeling kwam in de Grieks-Romeinse cultuurperiode (747-v.Chr. -1413 n. Christus) tot bloei. Vanuit deze verstandsziel begon het individuele Ik in de mensen op te lichten.
 
De bewustzijnsziel is de fase waarin de mensheid zich nu bevindt. Deze ontwikkeling begon1413 na Chr. en zal duren tot 3573 na Chr. en is nauw verbonden met de impulsen van Mercurius.
Als de aarde uiteindelijk in de verre toekomst weer in de astrale toestand overgaat, wat pas mogelijk is als alle drie zielen aspecten, geestzelf, levensgeest en geestmens, tot ontplooïng in onze bewustzijnsziel zijn gekomen, dan zullen zuivere Mercuriuskrachten tot volle uitwerking komen.
De sfeer van Mercurius heeft een helende kracht. Op de inwijdingsweg wordt op enkele van deze uitwerkingen reeds vooruitgelopen. Grote ingewijden zoals Buddha en Hermes werden daarom ook wel Mercuriusingewijden genoemd. Zij gebruikten hun helende Mercuriuskrachten om de ontwikkeling van de mensheid te beschermen en vooruit te brengen.
 
5 Geestzelf
Wanneer de mens vanuit het centrum van zijn Ik zijn astraallichaam begint te transformeren, dan vormt zich in de bewustzijnsziel het Geestzelf (Manas).
Deze ontwikkeling is reeds begonnen en zal pas op de toekomstige Jupiter (het nieuwe Jeruzalem waarover in de Apocalyps van het Johannes Evangelie gesproken wordt) volbracht worden.
 
6 Levensgeest
Gedurende de Venus periode zal zich in het menselijk Ik de Levensgeest (Buddhi) vormen.
 
7 Geestmens
In de toekomstige Vulkanus periode zal uiteindelijk de Geestmens (Atma) ontstaan.
 
De moderne inwijdingsweg / De weg naar binnen
 Door de ontwikkeling van de bewustzijnsziel kunnen we hogere toekomstige wezensdelen ontwikkelen en de moderne inwijdingsweg betreden.
Deze weg gaan we door ons steeds meer bewust te worden van wat we denken, voelen en willen (onze ziele instrumenten) om deze te kunnen zuiveren.
Dan ontplooien we stapsgewijs (vanaf ons 42e tot het 63e levensjaar) – wat in de kiem al aanwezig is – toekomstige geestelijke bewustzijnsfasen; het geestzelf, de levensgeest en de geestmens.
We moeten ons daarbij wel bedenken dat voor deze ontwikkelingen nog vele, vele incarnaties nodig zijn waarin we dit als mensheid in volledige volmaaktheid kunnen bereiken.
 
voetnoten
 * Zie ook: Moeder Aarde leeft,                                                                                    een beschrijving van haar ontwikkeling, deel 1
* Geraadpleegde literatuur: GA 102 Das hereinwirken geistiger Wesenheiten in den Menschen
* In de bijlage van een brief aan Marie von Sivers van 25 november 1905 heeft Rudolf Steiner deze ontwikkelingsgang met een tekening laten zien.
 
 
*Mario Schoenmaker: Occulte wereldgeschiedenis in een notedop
Te bestellen bij Rosa Veritas (in de aanbieding voor 4 euro)